Bijna een op de tien consumenten met een hypotheek heeft een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt. Dat blijkt uit onderzoek van Intelligence Group en GfK. Uit het onderzoek blijkt onder meer dat juist de jonge, kansrijke mensen te laatste jaren te weinig hypotheken hebben gekregen, wat het risico voor banken heeft vergroot.
Bijna een op de tien consumenten met een hypotheek heeft een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt. Een vijfde van hen heeft redelijke kansen en zeven op de tien goede kansen. Dat blijkt uit onderzoek van Intelligence Group en GfK. Uit het onderzoek blijkt onder meer dat juist de jonge, kansrijke mensen te laatste jaren te weinig hypotheken hebben gekregen, wat het risico voor banken heeft vergroot.
Een deel van de mensen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt is ouder dan 44 jaar. Aan deze groep zijn begin deze eeuw relatief veel aflossingsvrije hypotheken verstrekt, waardoor de schade bij executie groter wordt. Tegelijkertijd is de kans op overwaarde in deze groep groter. Het grootste risico zit in de groep mensen die rond 2000 een aflossingsvrije hypotheek hebben afgesloten.
Mogelijke relatie crisis
Opmerkelijk is dat in de aanloop naar de crisis, tot 2007-2008, relatief veel hypotheken zijn verstrekt aan mensen die nu zwak staan op de arbeidsmarkt. In de jaren daarna is deze groep sterk gekrompen. Hypotheekverstrekkers hebben daarmee hun toekomstige risico’s gereduceerd. Tegelijkertijd hebben veel jonge en kansrijke mensen door het strengere beleid de afgelopen acht jaar geen mogelijkheid gekregen om een hypotheek af te sluiten.
‘Banken missen klanten met goede vooruitzichten’
Ben Rogmans van Intelligence Group: “De conclusie van het onderzoek is dat sommige banken grotere risico’s lopen omdat ze relatief veel klanten hebben met een zwakke positie op de arbeidsmarkt. Gezien de ontwikkelingen in economie en technologie, de versoepeling van het ontslagrecht en de toenemende mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt, verwachten we de komende jaren een groei van het aantal mensen dat door langdurige werkloosheid in achterstand raakt. Sommige banken bieden dat soort klanten al loopbaancoaching aan. Dat soort initiatieven verdienen navolging. Verder missen de banken door de strenge regelgeving, of door hun eigen strenge interpretatie daarvan, veel klanten met goede vooruitzichten op de arbeidsmarkt: flexwerkers, zzp’ers, zelfstandig ondernemers en mensen met tijdelijke contracten.”
Direct verband risico’s en LTV
Uit het onderzoek blijkt verder dat er een (vrijwel) direct verband is tussen de arbeidsmarktrisico’s en de Loan to Value (LTV). Bij LTV’s van 90% is het arbeidsmarktrisico het grootst, bij LTV’s van 112% of meer is dat het kleinst, een voor de banken gunstige uitkomst.
Er zijn ook verschillen gevonden tussen de distributiekanalen van de hypotheken. Van de direct bij de banken afgesloten hypotheken heeft 11,4% van de mensen een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt. De percentages liggen lager wanneer de hypotheken zijn afsgesloten bij een assurantietussenpersoon (8,6%) of een hypotheekadviseur (5,1%). In het onderzoek zijn slechts kleine verschillen gevonden tussen de woningtypes (rijtjeshuis, half vrijstaand, vrijstaand, appartement).
Grote verschillen tussen geldverstrekkers
In het onderzoek zijn achttien geldverstrekkers meegenomen. Tussen de portefeuilles van deze geldverstrekkers zitten grote verschillen. De portefeuilles van Aegon, Argenta en Delta Lloyd hebben gemiddeld de populatie met de beste arbeidsmarktkansen en dus de kleinste kansen dat mensen in de toekomst ten gevolge van langdurige werkloosheid in achterstand raken. De best scorende partij heeft in de huidige portefeuille slechts 4% mensen die kwetsbaar zijn op de arbeidsmarkt. Bij de slechtst scorende partij is dat 16%. Ook is het arbeidsmarktrisico bij hypotheken van € 245.000 of minder (de grens voor Nationale Hypotheekgarantie) aanzienlijk groter (bijna 10%) dan bij hogere hypotheken (5,5%).