De Wet Waardering Onroerende Zaken (WOZ) werd aanvankelijk slechts gebruikt als basis voor de onroerende zaakbelasting en om het huurwaardeforfait te bepalen. Doordat de WOZ vanaf 2007 ieder jaar opnieuw wordt vastgesteld, groeit de invloed ervan.

De Wet Waardering Onroerende Zaken (WOZ) werd aanvankelijk slechts gebruikt als basis voor de onroerende zaakbelasting en om het huurwaardeforfait te bepalen. Doordat de WOZ vanaf 2007 ieder jaar opnieuw wordt vastgesteld, groeit de invloed ervan.

Vóór 1994 werden in de fiscale wetgeving verschillende waarderingsbegrippen gebruikt. Op basis van deze verschillende begrippen werd het gebruik van onroerend goed aangeslagen. Die chaos verdween nadat staatssecretaris van Financiën, Willem Vermeend, de Wet Waardering Onroerende Zaken (WOZ) invoerde. De WOZ is sindsdien de grondslag voor de onroerende zaakbelasting, het eigen woningforfait bij de inkomstenbelasting en de omslagheffing van de waterschappen.

Weinig veranderd
Tot zover niets nieuws en niets bijzonders, want aan die WOZ is eigenlijk niks veranderd. Behalve dat de waarde van onroerend goed aanvankelijk voor een periode van vier jaar werd vastgesteld en met ingang van 2007 jaarlijks. Dat heeft zeker gevolgen, want daardoor wordt de invloed van de WOZ groter.

Breder gebruik
Doordat er jaarlijks nieuwe WOZ-waarden worden vastgesteld, zullen de WOZ-gegevens breder gebruikt gaan worden. Immers, door een jaarlijkse vaststelling benadert de waardering meer de actuele waarde van onroerend goed. Dat betekent bijvoorbeeld dat de WOZ wellicht ook gebruikt gaat worden bij het bepalen van successierechten of schenkingsrechten.

Bestemmingsplan
Ook bij het bepalen van planschade – de schade die ontstaat door bijvoorbeeld wijzigingen in een bestemmingsplan – zou de WOZ een belangrijke rol kunnen gaan spelen. Overigens worden deze toepassingsmogelijkheden van de WOZ nog onderzocht.

Hypotheekverstrekkers
Wat in ieder geval vaststaat, is dat de actuele WOZ-waarde door hypotheekverstrekkers en verzekeringsmaatschappijen gebruikt gaat worden. Nu al zijn er financiële instellingen die hun klanten de mogelijkheid bieden om inboedel- en opstalverzekeringen af te sluiten op basis van de WOZ-waarde.

Gevolgen voor makelaars en taxateurs
Dit heeft gevolgen voor taxateurs en makelaarskantoren met eigen taxateurs. Immers, als de WOZ-waarde zo actueel is, zullen hypotheekverstrekkers veel minder vaak een taxatie laten uitvoeren. Dat betekent dus inkomstenderving voor taxateurs. Gelukkig staan daar nieuwe bronnen van inkomsten tegenover. Althans als taxatieafdelingen zich meer richten op bedrijfs onroerendgoed.

Invloed op de winst
De WOZ krijgt, via een omweg, invloed op de winst- en verliesrekening van een onderneming. Dat is zo gekomen, omdat het vorige kabinet-Balkenende maatregelen wilde nemen om het ondernemersklimaat in Nederland aantrekkelijker te maken. Toenmalig staatssecretaris van Financiën Joop Wijn diende daartoe in het voorjaar van 2006 een wetsvoorstel in met de welluidende titel ‘Werken aan winst’. Het belangrijkste gevolg van de wet, die op 1 januari 2007 van kracht is geworden, is een verlaging van de vennootschapsbelasting van 29,6 naar 25,5 procent.

Compensatie
Omdat het kabinet deze operatie budgetneutraal wil laten verlopen, werd er dus op andere fiscale terreinen compensatie gezocht. Meer dan de helft van de kosten wordt door de fiscus terugverdiend door een tweede regeling in de Wet werken aan winst, namelijk de beperking van afschrijvingen op gebouwen. Dit geldt zowel voor ondernemers die onder de vennootschapsbelasting vallen als voor ondernemers die onder de inkomstenbelasting vallen.

Restwaarde
Onder het oude belastingregime mochten bedrijfspanden worden afgeschreven tot de zogenaamde restwaarde. In de praktijk lag die restwaarde ongeveer gelijk aan de prijs van de grond waarop het gebouw stond. Onder de nieuwe wet mag onroerend goed slechts worden afgeschreven tot de zogenaamde bodemwaarde. En bij het bepalen van die bodemwaarde komt de WOZ weer om de hoek kijken. Want voor gebouwen die volledig door de ondernemer zelf worden gebruikt, is die bodemwaarde vijftig procent van de WOZ-waarde. Voor beleggingspanden geldt zelfs een bodemwaarde die volledig gelijk is aan de WOZ-waarde!

Addertje onder het gras
Overigens zit er bij die kwalificatie ‘beleggingspand’ nog een addertje onder het gras, want fiscaal gezien is er al sprake van een beleggingspand als een bedrijfspand voor meer dan zeventig procent gebruikt wordt door derden. Dit kan al spelen als een bedrijfspand wordt ingebracht in een maatschap of vennootschap onder firma, waarin de ondernemer een belang heeft van minder dan dertig procent. Echt interessant is natuurlijk wat taxatieafdelingen van makelaarskantoren aan deze informatie hebben.

Meer winst
Door de invoering van de Wet werken aan winst wordt de WOZ-waarde van bedrijfspanden voor ondernemers belangrijker. Immers, hoe lager de WOZ-waarde, hoe lager de bodemwaarde tot welk bedrag een pand mag worden afgeschreven. Dat betekent dat ondernemers baat hebben bij een lagere WOZ-waarde van hun bedrijfspand. Daardoor kunnen zij immers meer afschrijven, wat weer gunstig is voor hun fiscale winst.

Hertaxaties bedrijfspanden
Omdat bedrijfspanden voor een belangrijk deel geen standaardobjecten zijn, valt te verwachten dat heel wat ondernemers de WOZ-waarde van hun bedrijfspanden zullen aanvechten. Zij kunnen binnen zes weken na ontvangst van de nieuwe WOZ-beschikking bezwaar aantekenen. Ongetwijfeld zullen zij dat beroep willen onderbouwen met een actuele taxatie. En daar ligt dus straks volop werk voor taxateurs van bedrijfsonroerend goed!

Met medewerking van: mr. Edo van Haarlem; Wolfsbergen, Van Haarlem Belastingadviseurs.
Bron: Vastgoed